NMBS type 69
Een stoomlocomotief van het type 69 met een reizigerstrein richting Antwerpen. Luchtbal, 1934.
Geschiedenis
In de jaren 1905 - 1907 was er in Pruisen een serieuze toename van reizigersvervoer. Men wilde de maximum snelheid optrekken van 85 naar 90km/u. De aanwezige stoomlocomotieven van de types S4, S6 en S7 waren te zwak voor dergelijke reizigerstreinen. Om dit probleem op te lossen liet de Pruisische spoorwegen nieuwe locomotieven bouwen. Omdat men niet wilde weten van sneltreinlocomotieven met 3 gekoppelde assen, werd het type S9" gebouwd met asindeling 2B1 (4-4-2) en een 4 cilinderaandrijving.

Schematische voorstelling asindeling 2B1 (4-4-2)
De Duitse fabrikant Hanomag bouwde, in de jaren 1908 - 1910, 99 stuks van het type S9. Het was de sterkste lok van haar tijd. Echter het vertrekken was een groot probleem. Dit komt namelijk voor bij alle stoomlocomotieven met tweevoudige gekoppelde assen. Zo heeft de latere type 12 van de NMBS hetzelfde probleem!
De treinen werden almaar langer en dus ook zwaarder. De 16,5 ton asdruk was onvoldoende voor locomotieven van het type S9 om zware sneltreinen in beweging te brengen. Hierdoor werden kostbare minuten verloren bij het herhaaldelijk proberen in beweging te brengen van een sneltrein. Dit is dan ook de reden waarom dat de DRG deze lokreeks in 1926 buitendienst stelde!
Na de eerste wereldoorlog werden 21 locomotieven afgestaan als betaling van de aangerichte oorlogsschade. Frankrijk kreeg vier locomotieven en België kreeg er zeventien. Deze werden ingedeeld als type 69 en worden allen toegewezen aan de stelplaats Brussel-Noord. Het straffe was dat er voor deze locomotieven geen diensten voorzien waren!
In 1922 tijdens de zomerdienstregeling duiken de locomotieven regelmatig op te Oostende. Dit kwam omdat het strandtoerisme terug op gang kwam. Tijdens de winterdienstregeling van 1922 werden geen diensten gepland voor het type 69. Dit kwam door een overvloed aan locomotieven door het bekomen van meer dan 2000 Duitse locomotieven aan de België Spoorwegen als herstelbetaling voor geleden oorlogsschade.
In 1924 worden de locs verdeeld over de Depots van Oostende en Mons en in 1925 worden ze allemaal naar Mons gebracht. Een jaar later worden ze terug naar Brussel-Noord gebracht waar ze meestal in een reeks van 8 stuks worden ingezet.
In 1934 worden ze verdeeld tussen de depots van Brussel-Noord en Berchem. Vanaf de winterdienstregeling van 1934 werden alle locomotieven definitief naar Berchem gebracht. Vanuit deze stelplaats konden deze uitgesproken vlakkeland renners bewijzen wat ze nog konden. Ze werden niet alleen ingezet voor de sneltreinen tussen Antwerpen en Brussel-Noord maar ook voor de internationale verbinding tussen Roosendaal en Brussel en ook diensten naar Lille (Rijsel).
Dat men bij de NMBS zeer tevreden was over deze locs werd bewezen door de bouw van het type 12 in 1939 waarvoor het type 69 (Pruisische S9) het voorbeeld was!
Twee locs die tijdens de 2e wereldoorlog zwaar beschadigd waren werden niet meer hersteld. Het waren de gebombardeerde 6914 en 6924. De 6924 werd bij een luchtaanval door mitrailleurvuur als een zeef doorboord. Het type 69 werd tussen 1948 en 1949 uit buiten dienst gesteld.
Technische gegevens
Lengte over de buffers: | 21860 mm |
Wieldoormeter drijfwielen: | 1980 mm |
Wieldoormeter voorste loopassen: | 1000 mm |
Wieldoormeter achterste loopas: | 1250 mm |
Roosteroppervlakte: | 4 m² |
Verwarmingsoppervlakte: | 229,7 m² |
Asdruk van de drijfwielen: | 16,5 ton |
Dienstgewicht: | 75,5 ton |
Maximum snelheid: | 110 km/u |
De tenders waren ook verschillend, de eerste 10 locs werden geleverd met een waterinhoud van 21,5 m³ de volgende werden voorzien van grotere tenders met een inhoud van 31,2 m³. De kolenvoorraad was voor beide tenders dezelfde namelijk 7,4 ton.
De reden van de grotere tenders was omdat ze op de lijn Berlijn - Hannover een tussenstop moesten maken te Oebisfelde om water te nemen. Met de grotere tenders konden ze voor het eerst op 26 november 1908 de verbinding Hannover - Berlijn (254 km) in 3 uur en 16 minuten afleggen zonder tussenstop. De reizigerstrein op dat moment was er één van 520 ton en met een gemiddelde snelheid van 77,8 km/u.
Locnummers
fabricatie-nummer | Pruisische nummer | Belgisch |
NMBS nummer 1946 | In Dienst | Uit Dienst | Opmerking |
5453 | Altona 904 | 6904 | 69.004 | 1919 | 07-07-1948 | |
5455 | Altona 906 | 6906 | 69.006 | 1919 | 05-04-1949 | |
5529 | Essen 910 | 6910 | 69.010 | 1919 | 05-04-1949 | |
5701 | Münster 911 | 6911 | 69.011 | 1919 | 28-04-1949 | |
5588 | Altona 912 | 6912 | 69.012 | 1919 | 28-04-1949 | |
5698 | Altona 913 | 6913 | 69.013 | 1919 | 17-06-1948 | |
5699 | Altona 914 | 6914 | 69.001 | 1919 | 08-06-1948 | Oorlogslachtoffer WO II |
5697 | Essen 912 | 6915 | 69.002 | 1919 | 17-06-1948 | |
5466 | Hannover 916 | 6916 | 69.003 | 1919 | 05-04-1949 | |
5702 | Münster 912 | 6917 | 69.005 | 1919 | 17-06-1948 | |
5480 | Hannover 924 | 6924 | 69.007 | 1919 | 03-07-1948 | Oorlogslachtoffer WO II |
5587 | Hannover 946 | 6946 | 69.008 | 1919 | 05-04-1949 | |
5801 | Hannover 947 | 6947 | 69.009 | 1919 | 07-07-1948 | |
5576 | Altona 902 | 1919 | tussen 01-02-1923 en 01-10-1924 |
Deze werden gebruikt als onderdelen voor de andere locomotieven, en werden bijgevolg niet opgenomen in de nummering van 1925. | ||
5454 | Altona 905 | 1919 | tussen 01-02-1923 en 01-10-1924 |
|||
5700 | Altona 915 | 1919 | tussen 01-02-1923 en 01-10-1924 |
|||
5485 | Hannover 929 | 1919 | tussen 01-02-1923 en 01-10-1924 |