NMBS reeks 25.5

Locomotief 2556 richting Roosendaal. Kijkuit, 11/06/2008.
Geschiedenis
In het begin van de jaren 60 liet de NMBS tweeëntwintig nieuwe elektrische locomotieven bestellen. Van het type 125 werden er zestien stuks gebouwd. Deze werden genummerd van 125.001-125.016. Er werden ook zes locomotieven (type 140) gebouwd die afgeleid waren van het type 125. Deze zes locomotieven hadden een andere tandwieloverbrenging, waardoor zij sneller konden rijden. In 1968 werd dit verschil te niet gedaan, zodat ze identiek waren aan de reeks 125. Deze werden dan ook hernummerd van 125.101 tot 125.106.
Bij de hernummering in 1971 werden de locomotieven van het type 125 veranderd in de reeks 25. Ze kregen de nummers 2501 tot 2522.
In 1973 werd er tussen de NS en NMBS besloten om nieuw materieel in te zetten op de verbinding Brussel-Amsterdam. Men koos voor duw- en trektreinen omdat men de lokomotief niet meer moest omrijden in de eindstations. De NMBS nam de lockomotief voor zijn rekening. De laatste 8 locomotieven van de reeks 25 (2515-2522) werden aangepast om op het NS-net te kunnen rijden onder een spanning van 1500V. Tevens werden deze locs geschikt gemaakt om in duw- en trektreinen te rijden. Deze locomotieven werden hernummerd tot de reeks 25.5 (2551-2558).
Om een duidelijk onderscheid te verkrijgen met de reeks 25 werden de acht locomotieven van de reeks 25.5 in het donkerblauw geschilderd zoals de reeds in dienst zijnde beneluxstellen. Later werden er gele zichtbaarheidsstrepen aan de zijkant aangebracht. Deze 8 locomotieven hadden slechts één pantograaf zodat er plaats gemaakt kon worden voor de ATB-installatie (Automatische Trein Beïnvloeding).
Op 26 maart 1979 gebeurde te Kapellen een zwaar ongeval aan de overweg met de Antwerpsesteenweg. De beneluxtrein richting Nederland, getrokken door de 2557 (ex. 2521) botste op een foorwagen die zich had klemgereden midden op de sporen, waardoor de wagen niet meer voor of achteruit kon. Door de klap ontspoorde de locomotief en kwam 180 graden gedraaid naast te sporen te staan. Bij dit ongeval raakten 6 mensen gewond en één persoon overleefde de klap niet.
Zeven locomotieven waren niet genoeg om de beneluxdienst verder te zetten. Locomotief 2504, die toen een grote revisie kreeg, werd in de centrale werkplaats te Mechelen omgebouwd tot de nieuwe 2557. De geaccidenteerde 2557 werd hersteld in de oorspronkelijke toestand onder de nummer 2504.
Op 4 april 1987 reden de locomotieven van de reeks 25.5 de laatste beneluxdiensten die overgenomen werd door de NMBS reeks 11. Sindsdien wordt de reeks 25.5 ingeschakeld voor het slepen van internationale treinen zoals de verbinding Parijs-Amsterdam. Bij de komst van de Thalys in 1996 is dit ook weer nostalgie. De reeks 25.5 wordt sindsdien gebruikt voor het trekken van verschillende vakantietreinen tijdens de zomer en de winter. Tijdens het winterseizoen wordt de Berglandexpress nog steeds getrokken door een 25.5.
In Nederland werd de reeks 25.5 gehuurd door Lovers Rail. Dit was de eerste private maatschappij die naast de NS ook reizigers vervoerde. In 1998 reed de reeks 25.5 reizigerstreinen tussen Haarlem en Amsterdam. Door het lage reizigersaantal werd de maatschappij in 1999 opgedoekt.
Sindsdien verzorgt de reeks 25.5 de goederendiensten tussen België en Nederland, en vooral tussen Antwerpen en Kijfhoek (NL). Speciale (reizigers)treinen richting Nederland worden ook meestal door een 25.5 gereden.
Op 15 maart 2009 werden de 2553, de 2556 en de 2557 in het park geplaatst. De overige locomotieven werden half april 2009 buiten dienst gesteld. Een fotoreportage van de laatste ritten vind u hier. De reeks 28 zal dan de goederentreinen van en naar Nederland overnemen.
Technische gegevens
Bouwjaar (reeks 25) | 1960-1961 |
Bouwer | B&N Nivelles |
Omgebouwd tot 25.5 | 1973-1974 |
Type | Bo'B' |
Aantal | 8 |
Nummering | 2551-2558 |
Spanningstype | 1,5-3
kV = |
Asbelasting | 21,25 ton |
Dienstgewicht: | 85 ton |
Doorlopend Vermogen | 1740 kW |
Max trekkracht bij aanzetten | 196 kN |
Maximum snelheid: | 130 km/u |
Lengte over de buffers: | 18000 mm |
Minimum bochtstraal | 75 m |
Aantal tractiemotoren | 4 |
Type tractiemotoren | CF729 |
Bouwer tractiemotoren |
Acec |
Doorlopend vermogen per tractiemotor | 435 kW |
Locnummers
Nummering bij levering (1960) |
Nummering na ombouw (1968)* |
Nummering NMBS (1971) |
Nummering na ombouw (1974)** |
opmerking |
125.015 | 125.015 | 2515 | 2551 |
|
125.016 | 125.016 | 2516 | 2552 |
|
140.001 | 125.101 | 2517 | 2553 |
|
140.002 | 125.102 | 2518 | 2554 |
|
140.003 | 125.103 | 2519 | 2555 |
|
140.004 | 125.104 | 2520 | 2556 |
|
140.005 125.004 |
125.105 125.004 |
2521 2504 |
2557a 2557b |
Na het ongeval in 1979 werd deze in de oorspronkelijke toestand (reeks 25) hersteld, onder het nummer 2504. De 2504 werd omgebouwd tot de "nieuwe" 2557 |
140.006 | 125.106 | 2522 | 2558 |
|
* Bij de eerste ombouw werd het verschil tussen het type 125 en 140 weggewerkt. Deze types waren behalve hun tandwieloverbrenging identiek aan elkaar. Na de hernummering in 1970 werd er geen onderscheid meer gemaakt.
** In 1973-1974 werden acht locomotieven van de reeks 25 omgebouwd voor de beneluxdienst. Deze locomotieven behoren tot de subreeks 25.5